Blog 3: Over behendige verpleegkundigen & gastvrij Nepal

9 oktober 2019 - Lele, Nepal

Door: Sophie

Met verbazing zie ik hoe dezelfde naald en canule voor de derde keer gebruikt wordt om een infuus aan te leggen bij een oude vrouw met uitdrogingsverschijnselen -  de eerste twee keren zat de canule niet in een bloedvat. Zo begon mijn eerste dag op de general ward. Inmiddels heb ik ervaren dat ook hier zogenoemde ‘goede prikkers’ zijn die ook de moeilijkste patiënten in een keer goed kunnen prikken, maar het hergebruiken van een canule gebeurt hier in het ziekenhuis regelmatig (uiteraard wel alleen bij dezelfde patiënt). Als de canule niet goed zit, worden naald en canule even doorgespoten met zoutoplossing, weer in elkaar geschoven en wordt er gewoon opnieuw geprikt. Het lijkt goed te gaan, want na bij verschillende verpleegkundigen na te vragen of er wel eens ontstekingen ontstaan, kan niemand zich dit heugen. 

Ja, het gaat er anders aan toe dan in Nederland, maar het is ook mooi om te zien hoe er creatief met de beperkte middelen voorhanden omgegaan wordt. Bij de wondzorg bijvoorbeeld: waar wij gewend zijn aan mooie voorverpakte verbanden met allerlei aseptische en helende werkingen, vouwen de verpleegkundigen hier behendig van gazen een verband met Betadine, zilvernitraat, acidic acid of eusol. In welk geval je welk middel gebruikt? Daar verschillen de meningen nogal over… 😉 

Een van de andere dingen die er hier anders aan toe gaan dan in Nederland, is de betrokkenheid van familieleden. Je zult hier als verpleegkundige niet snel een patiënt wassen of naar het toilet helpen: dit doet familie van de patiënt en als deze er niet is, familie van andere patiënten. De vanzelfsprekendheid waarmee familie voor elkaar zorgt, is mooi om te zien. Voorbeelden die me deze week zijn bijgebleven, zijn van een jongen van rond de twintig die dagenlang achter elkaar zijn oma waste, in een rolstoel naar het toilet bracht en eten gaf en een zeventienjarige jongen die zijn twaalfjarige broertje troostte wanneer hij weer een pijnlijke opvlamming had van de zwellingen over zijn hele lichaam, een reactie die bij lepra voor kan komen (ENL, type 2 reactie).

In de tussentijd hebben we nog meer van de Nepalese cultuur en dit mooie land mogen ervaren. Zo vroeg ik een van de verpleegkundigen, waar ik bakpoeder kon kopen en prompt bood ze aan om na onze duty (dienst) samen met mij naar de winkel te gaan. Na het werk stap ik achter op haar ‘scooty’ en rijden we met een omweg naar een winkeltje in een verderop gelegen dorpje, omdat ze me het uitzicht vanaf het landweggetje wil laten zien. Na een tijdje valt me op dat de snelheidsmeter van de scooty het niet doet, maar ik denk bij mezelf: ach, is ook niet nodig in Nepal, je rijdt hier gewoon zo snel als de weg en het verkeer het toelaten. Op de terugweg rijden we langs familie: opa en oma, zoon en zijn vrouw en hun twee tienerkinderen. In Nepal is het normaal dat drie generaties samenwonen in het ouderlijk huis: na het trouwen komt de vrouw bij het gezin van haar man te wonen om voor haar man en schoonouders te zorgen. Nog geen vijf minuten binnen en we krijgen van schoonzus zoete Nepalese melkthee en een gebakken ei aangeboden. Nadat ik een paar minuten in mijn nog erg gebrekkige Nepalees een gesprekje probeer te voeren met hajur ama, de oma, vertelt mijn collega mij dat ze alleen dialect spreekt, de taal van hun kaste. Dit is voor Nepalezen de eerste taal die ze leren, daarna pas Nepalees. De oudere generatie spreekt soms alleen maar hun kastetaal. Het gezin is trouwens niet de biologische familie van mijn collega, maar omdat haar eigen familie ver weg woont, hebben ze haar als een soort zus en dochter aangenomen en zorgt ze voor hen alsof het haar eigen ouders, broer en schoonzus waren. Na even kletsen nodigde zoon mij uit voor een rondleiding door het huis. Het gezin woont in een traditioneel Nepalees huis, gemaakt van klei en stro, met dikke muren die ’s winters de kou en ’s zomers de warmte buiten houden. Knusse kamers met lage plafonds, een houtkachel in de keuken (zonder schoorsteen – een reden dat veel Nepalezen COPD hebben). Een gammel houten trapje leidt naar de zolder, waar de vloer bezaaid ligt met maïskolven, knoflookbollen, chilipepers en bonen die liggen te drogen voor de winter. Met trots in zijn stem laat zoon mij de voorraad zien en schept een handje bonen in mijn hand: ‘dit zijn de beste bonen van dit jaar’. Hier op het platteland wonen veel mensen op deze manier. Uiteindelijk ben ik de hele middag en avond met mijn collega weggeweest en ben ik een paar prachtige ervaringen rijker. Waar een pakje bakpoeder wel niet goed voor is 😉

We hebben ons laten vertellen dat de gastvrijheid en behulpzaamheid van de Nepalezen voortkomt uit de hindoeïstische cultuur, waar gasten gezien als vertegenwoordigers van de goden waar goed voor gezorgd moet worden. Waar we ook komen, krijgen we iets te eten en drinken aangeboden, meestal die lekkere melk thee met koekjes, maar soms ook gewoon een bord vol eten, of je nu honger hebt of niet. De host zal alleen nooit met je aan tafel komen zitten: eerst eten de gasten, pas wanneer zij naar huis zijn, eet de host. Met thee en koekjes valt dat nog niet zo op, maar toen we een keer voor het avondeten uitgenodigd waren en de host en zijn broer tijdens het eten niet bij ons aan tafel kwamen zitten, voelden we ons best wel bezwaard. 

Donderdagavond hebben we de Nepalezen wat van de Nederlandse gastvrijheid laten ervaren: een keer in de week komen de christelijke medewerkers van het ziekenhuis samen voor bible study en omdat het Ambers laatste avond in Anandaban was, stelden we voor om de bijeenkomst dit keer in het guesthouse te houden. Als hapje na afloop wilden we pannenkoeken serveren, dus nadat onze dienst erop zat, doken Amber en ik de keuken in. Echter bleek onze Noorse gast Lars (lees onderaan) een erg goede pannekoekenbakker, met als gevolg dat hij de meeste gebakken heeft. Het resultaat: een flinke stapel pannenkoeken waar we ook de volgende dag nog van konden nagenieten - een welkome afwisseling van de daahl baaht 😉 Die avond kwam ook Ambers vriend Floyd aan, waarmee ze haar reis in Nepal nog twee weken gaat vervolgen. Het was een erg gezellige avond, die eindigde met spelletjes en het over en weer leren van Nepalese en Nederlandse liedjes. 

Deze week hebben we ook kennis mogen maken met chirurg Lars uit Noorwegen. Hij was een week in Anandaban om te opereren en gaat daarna voor vijf weken opereren en onderwijzen in een ziekenhuis in Okhaldhunga, een bergdorp in het oosten van Nepal. Het was erg gezellig om hem voor een weekje in het guesthouse te hebben: om vier uur, als onze duty erop zat, kwamen de laptops op tafel, werden medische vragen besproken, dronken we thee en verwonderden we ons samen over de verschillen tussen Europese en Nepalese gezondheidszorg. Hij heeft ons uitgenodigd naar het ziekenhuis in Okhaldhunga, waar in het volgende blog meer over geschreven wordt!

Foto’s

1 Reactie

  1. Geertruida:
    11 oktober 2019
    Leuk om je verhalen te volgen!